Hoe balanceer ik een motorband?

Na het plaatsen van een nieuwe band moet een motorwiel weer opnieuw gebalanceerd worden, omdat een band simpelweg niet op iedere plek even zwaar is. Wanneer een band niet overal hetzelfde gewicht heeft, kan dat leiden tot een trillend stuur of een slingerend wiel. Dit rijdt natuurlijk niet fijn en het kan zelfs gevaarlijk zijn. Daarom is het belangrijk om een nieuw geplaatst wiel uit te balanceren. Met het juiste materiaal is het balanceren van een wiel een fluitje van een cent en gedaan in slechts enkele minuten. Wat je nodig hebt voor het uitbalanceren is het volgende:

• Een balanceerapparaat

• Plaklood

• Inbussleutel 3 mm

• Ontvetter

• Stuk doek

• Markeerstift

• (Waterpas)
   

Voorbereidingen op het balanceren van de motorband

Voordat er gebalanceerd wordt, moeten er een paar voorbereidingen getroffen worden. Zo moet het balanceerapparaat altijd waterpas staan. Sommige ballanceerapparaten zijn verstelbaar in hoogte en voorzien van een waterpas. Wanneer dit niet het geval is, dien je hem zelf waterpas te zetten. Ook is het belangrijk dat de velg van het wiel goed gereinigd is, zodat het plaklood goed blijft zitten. Dit kan prima met een bus remreiniger of een andere ontvetter. Als het wiel al is voorzien van enkele plakloden, verwijder deze dan ook vooraf.

“Met het juiste materiaal is het balanceren van een wiel een fluitje van een cent en gedaan in slechts enkele minuten.”

De motorband in het balanceer apparaat plaatsen

Wanneer dit is gedaan, moet de balanceerstang (de stang die rust op het balanceerapparaat) door de naaf van het wiel gestoken worden. Vervolgens moet er aan beide kanten van de balanceerstang een conus (de ronde schuin aflopende buizen) geplaatst worden met de kleine kant in de richting van de band. Zorg ervoor dat het motorwiel en de conussen in het midden van de balanceerstang geplaatst zijn. Schuif dan de conussen zo strak mogelijk tegen de naaf van het wiel aan en draai ze vast met de inbussleutel.

Plaats vervolgens het motorwiel op het balanceerapparaart zonder eraan te draaien. Wanneer het wiel automatisch begint te draaien, is deze uit balans. Gebeurt dat niet, dan is het wiel goed uitgebalanceerd. Wanneer het wiel begint te draaien, stopt deze vanzelf als het zwaarste punt uiteindelijk onder is. Dat houdt in dat het wiel aan de bovenkant lichter is dan aan de onderkant, dus de bovenkant moet verzwaard worden. Het is handig om nu de bovenkant te markeren met een stift.
 

De band in balans brengen met plaklood

Nu moet het eerste lood geplakt worden. Begin altijd met kleine stukjes lood. In dit geval geldt: beter te weinig dan te veel. Plak het eerste lood nu aan de bovenkant van het wiel, aan de binnenkant van de velg en draai het motorwiel vervolgens een kwart. Laat hem vervolgens los (niet draaien), en kijk of het zelfde punt nu weer bovenaan komt en of dit al langzamer gaat dan de vorige keer. Plak vervolgens nog een stuk lood op dezelfde plek en draai hem vervolgens een kwart en laat hem dan weer los. Herhaal dit proces net zo vaak tot het wiel, in welke positie dan ook, niet meer uit zichzelf begint te draaien.

Als het wiel, vanuit alle standpunten, niet meer uit zichzelf draait, is het wiel op elke plek even zwaar en dus volledig in balans en kun je veilig en comfortabel met jouw motor de weg op.

Wil je graag meer advies over het balanceren van een motorband? Bel dan vrijblijvend met de experts van Datona. Wij helpen je graag bij het maken van de juiste keuze.